Oude Provincialeweg 69 B 5527 BN Hapert 0497-785936 info@adegro.nl

10 Wintertips voor je auto

Elk jaar is het weer zover, bij de eerste winterprik worden de pechverleners overladen met telefoontjes. Aangezien voorkomen beter is dan genezen, geeft Adegro je graag 10 wintertips.

1. Vermijd een platte batterij

Maandag is sowieso de drukste dag voor de pechverleners. “De auto heeft in het weekend stilgestaan en de batterij is ontladen. Het is echter een misverstand dat dit kan vermeden worden door korte ritjes. Integendeel zelfs, een paar kilometer naar de bakker of de winkel vergt meer van de batterij dan dat erin gestopt wordt. Het starten van de motor vergt immers al veel energie, maar daarnaast zijn er ook de lichten, de radio, de verwarming,… Het is dus best mogelijk dat je de eerste keer perfect kan vertrekken, maar dan bij de bakker niet meer weggeraakt. Voor korte ritjes neem je dus beter de fiets of ga je te voet, dat is bovendien ook beter voor het milieu en je portemonnee. Anderzijds wil dit ook zeggen dat zo’n kort ritje niet voldoende is als we je auto opnieuw in gang zijn komen steken. Om de batterij op te laden raden we 20 tot 40 kilometer op de autosnelweg aan. Daar kun je doorrijden zonder te moeten stoppen en opnieuw vertrekken, waardoor de batterij pas echt goed opgeladen wordt.”

2. Bevroren rubber en sloten

Bij vriesweer kunnen de rubbers van de deurstijlen aan elkaar vriezen, zodat je de deur niet meer kan openen. Om dit te verkomen kan je het rubber behandelen met siliconenspray, maar insmeren met talkpoeder is een goedkoop alternatief dat eveneens werkt. Is het slot van uw portier bevroren, dan gebruikbje best een slotontdooier. Deze bewaar je uiteraard niet in de auto, want anders heb je er niet veel aan.

3. Dek de voorruit af

Ook de rubbers van je ruitenwissers kunnen vastvriezen. Daarom kun je de voorruit beter afdekken met een doek, een stuk karton of krantenpapier. Bijkomend voordeel is dat je ’s morgens geen ijs van de voorruit hoeft te krabben. Zorg er echter wel voor dat je een ijskrabber – eventueel doet ook een cd-doosje dienst – en spuitbus met ruitenontdooier in de auto hebt liggen. Het is namelijk het veiligst als alle ruiten ijsvrij zijn voor je vertrekt.

4. Goed zicht

Goed zicht is van levensbelang en daarom is het ook verstandig om de ruitenwisservloeistof te controleren. Door opspattend strooizout worden de ruiten immers snel vuil. Check bovendien niet alleen of er nog voldoende vloeistof in het reservoir zit, maar ga ook even na wat er precies in zit. Aan sommige ruitenwisservloeistoffen moet je immers zelf nog een antivriesmiddel toevoegen.

Bij vorst kan een sterretje in de ruit snel groter worden. Controleer daarom tijdig of de autoruit in orde is. Zoek een ruitreparateur in de buurt, om een eventuele sterretje te laten verwijderen.

5. Regelmatig wassen

Het strooizout vermindert niet alleen de zichtbaarheid door de ruiten te vervuilen, het tast het chassis, de carrosserie en de banden van je wagen aan. Het is dus geen slecht idee je auto regelmatig te wassen of even langs te rijden bij de carwash. Denk er ook aan de ramen aan de binnenkant te poetsen met een ontvettingsmiddel, zo hoef je bij het starten niet te ontwasemen.

6. Handrem niet gebruiken

Parkeer de auto in versnelling in plaats van de handrem op te trekken. Deze zou namelijk ’s nachts kunnen vastvriezen. Voor mensen die de gewoonte hebben normaal gezien in neutraal te parkeren: vergeet uiteraard niet te ontkoppelen wanneer je ’s morgens opnieuw de motor start!
Wat ook een groot verschil maakt, is de richting waarin je parkeert. Zet de auto zo dat je meteen in de richting staat waarin je ’s morgens wil vertrekken, zo vermijd je manoeuvres waarbij je extra gas moet geven. Dat is niet alleen beter voor de batterij, maar ook voor je portemonnee.

7. Vloeistoffen nakijken

Ga na of er voldoende koelvloeistof in de motor zit. Hierin zit namelijk ook een antivriesmiddel dat de motor beschermt tegen vorst en roest. De meeste synthetische oliën zijn nu “all weather”-types, maar vroeger werd de olie gewisseld naargelang het seizoen: SAE 40 voor de zomer en SAE 20W voor de wintermaanden. Misschien toch even navragen welke olie er in jouw wagen zit?

8. Kies voor winterbanden

In heel wat landen is het gebruik van winterbanden verplicht. Omwille van de onvoorspelbaarheid van het weer is dat in ons land niet het geval maar zodra de temperatuur onder de 7°C zakt, kies je er beter wel voor. Zomerbanden zijn namelijk niet geschikt om te rijden in winterse omstandigheden. Het rubber van de banden wordt harder, waardoor de remweg veel langer is en de grip op de weg onvoldoende. Winterbanden hebben een andere rubbersamenstelling die langere zacht blijft, waardoor het wegcontact langer behouden blijft. Bovendien hebben winterbanden ook een zijdelingse waterafvoer. Je moet wel rekening houden met de snelheidsindex om in regel te zijn met de Technische Controle. Koop daarom winterbanden met dezelfde index als je zomerbanden, zo kun je er probleemloos het hele jaar door mee rijden. Een alternatief op winterbanden zijn de vierseizoensbanden, herkenbaar aan de aanduiding M+S (“Mud” en “Snow”).

Controleer de banden. Zomerbanden moeten minimaal een profiel van 3 à 4 millimeter hebben. Je kunt ook winterbanden overwegen. In sommige (wintersport) landen, waaronder Italië, Duitsland, Oostenrijk, Frankrijk, en Zwitserland, is dit verplicht.

Om een concreet cijfervoorbeeld te geven, volgens de website AutoScout24 bedraagt de remweg van een auto met een snelheid van 80 km/u op een nat wegdek bij een buitentemperatuur van 7°C 34 meter voor winterbanden en 40 meter voor zomerbanden. Bij sneeuw loopt het verschil pas echt op. Een winterband heeft bij 50 km/u 32 meter nodig om tot stilstand te komen, bij een zomerband is dat met 63 meter bijna het dubbele!

9. Hoe de auto starten?

Het is een fabeltje dat je de motor best voorverwarmt. Integendeel zelfs, na het starten vertrek is het het beste om meteen te vertrekken, omdat de motor stationair nauwelijks opwarmt. Starten in de vrieskou doe je dus zo: eerst zetje alles – lichten, radio, gps, verwarming,… – uit en dan pas start je de auto. Zo geef je maximale batterijkracht aan de startmotor. Daarna kun je één voor één weer zaken aanzetten, te beginnen met het meest noodzakelijke.

10. Wintermateriaal voorzien

Wil je jezelf degelijk voorbereiden, dan kun je het beste een wintermandje in de kofferbak leggen. Daarin stop je onder meer een sleepkabel, startkabels, sneeuwkettingen, een zaklamp, een deken, een doek, een waxinelichtje en lucifers, werkhandschoenen en eventueel zelfs een schopje, een “jumper” en wat eten en drinken. Nog een laatste tip: denk je dat de kans groot is dat je de sneeuwkettingen zal moeten aanbrengen? Oefen dan alvast even thuis, dat is iets comfortabeler dan buiten in de vrieskou!

Meer informatie over dit artikel? Neem dan gerust contact met ons op.